Fred en Anneke reizen over het dak van de wereld in 30 dagen

Apenstreken bij de Taj

5:00 gaat de wekker.
Even wat spullen pakken, wassen en even voor 5:30 staan we beneden.
We hebben 3 Belgische meiden in ons reisgezelschap, Hilde, Martine en Els. Sosja, een Nederlandse sluit daar regelmatig bij aan. Met z'n zessen gaan we op stap. Taj Mahal is een 20 minuten lopen van het hotel, het is vroeg, relatief koel en rustig op de weg. We slaan ons weer door de reeds aanwezige "gidsen", kaart en armband verkoper heen en kopen onze tickets. We betalen het dubbele van dat voor de residents, maar we krijgen daarvoor wel een flesje water en hoesjes voor over onze schoenen.
De Taj Mahal is al door het poortgebouw in haar glorie te zien. Het is overigens bewolkt en al enige tijd licht.
Onze voordelen van vroeg opstaan bestaan nu alleen uit wat rust en koelte, ook niet onbelangrijk overigens.
Taj Mahal is en mausoleum voor de overleden vrouw van een vorst, het overlijden was een complicatie bij de geboorte van zijn 14e kind.., hij hield dus blijkbaar heel erg van haar. De vorst werd zelf na enige tijd door een van die kinderen afgezet en in het gevang gegooid. Na zijn overlijden is hij wel bijgezet bij zijn vrouw, dat weer wel dan.
De Tah is een mooi monument, de omgeving wordt echter ontsierd door weggesmeten schoenenhoesjes. Je zou verwachten dat het zeker in zo'n mooie omgeving schoner gehouden zou worden. Maar blijkbaar is dat onbegonnen werk "Clean Monument, Clean India"
Na een tijdje rondgelopen te hebben willen we via de South gate naar buiten. De doorgang wordt ons echter ontzegd door het alfa-mannetje van een groep apen, hij dreigt naar Fred en, na het uitwisselen van enkele brullen en het gezamelijk tactisch terug trekken, besluiten we dan maar door de East-gate naar buiten te gaan.
Daar zijn we door een stukje authentiek en fotogeniek India al slenterend naar bekend terrein terug gelopen.
Dankzij het vroege uur op tijd terug in het hotel voor ontbijt.
Na het ontbijt verzonnen we om langs de big bazar te gaan. Naast het hotel staat een bonte verzameling vervoersmiddelen: Taxis's, Tuktuk's en fiets-riksja's. De bestuurders van die dingen zijn bijna allemaal even opdringerig, iedereen wil jou in zijn voertuig hebben. We slaan er wat af en gaan in zee met een wat bescheidener man.
Communicatie verloopt hier moeizaam, men spreekt naast de lokale taal bijna geen of een ander soort Engels dan wij gewend zijn. We vertellen de man dat we naar de Big Bazar willen, hij begrjpt dat en vertelt zijn prijs.
Even later mengen we ons in de mierenhoop die het verkeer hier is. Motoren, autos, trekkers, tuktuks en allerlei soorten fietsen halen ons aan alle kanten in. De man heeft het zwaar met twee grote westerlingen op zijn riksja, om de boel aan de gang te krijgen begint hij met duwen, daana springt hij op zijn fiets en staat letterlijk op de pedalen.
Het is heet, de brandende zon pal boven ons, de man zweet merkbaar. Na bijna een half uur meldt de man trots dat we er zijn.
Hij heeft schijnbaar het woord Big herkent en daar zelf invulling aan gegeven, we staan voor McDonalds..
Achter de Mac een vervallen winkelcentrum, aan de overkant een ziekenhuis en veel kraampjes met eten.
We lopen terug naar het hotel, een andere riksja bestuurder heeft zich voorgenomen ons terug te rijden en vertelt dat hij de goedkoopste en beste is. De man blijft ons, terwijl wij door allerlei kraampjes lopen, zo'n kilometer volgen.
Later horen we dat het nu laag seizoen is en dat alle inkomen welkom is. Terug naar de kraampjes, die zijn erg divers.
Je kunt er: Eten kopen, cement en wapeningsstaal aanschafen, je tuktuk laten servicen (complete differentielen uit en in elkaar), iets laten lassen (wat overigens ouderwets met carbid-gas gaat), je paard laten beslaan, fruit kopen, vers suikerrietsap drinken en nog veel meer.
Na een kilometer of twee door de hitte te hebben gelopen nemen we een riksa terug naar het hotel.
We vertrekken vanavond met de nachttrein naar Varanasi, deze gaat om 20:30, wij zullen om 18:30 vertrekken. het station ligt een aardig stuk verderop. De tijd doden we met wat lezen, praten en gezamelijk avondeten.
Tijdens de busreis zien we heel veel rijkversierde Tata vrachtwagens. Tata is voormamelijk vertegenwoordigd in vracht en last-wagens. Ze zien er ouderwets maar oerdegelijk uit.
Aangekomen op het station is het wachten op de trein, deze is wel op tijd, we zouden maar vijf minuten hebben om de trein in te komen, uiteindelijk valt dat mee.
De trein is een slaaptrein, per raam zijn er 6bedden, 4 dwarsslapers (2 hoog) en 2 langsslapers. We liggen verspreid door de coupe temidden van allerlei starende Indiers, die dit allemaal bar interessant vinden. Ik heb een lage langslaper, mijn tas past er net onder, de rugzak moet op het bed, dat overingens zo'n 1 meter 90 lang is. Ik pas er dus eigenlijk niet tussen. Anneke ligt met wat andere dames in dwarsslapers zo'n raam of 3 verder. Dit tesamen met een uiters luide snurker ik hoor hem zelfs bij mij nog. Oordoppen brengen hier uitkomst. Uiteindelijk slapen we toch wel wat.

Reacties

Reacties

Jacqueline

Zijn er ook Indiase bullen. Kijk maar uit met je red head Fred.

Anja

Hahahaha, smakelijk verhaal terwijl ik zelf geniet van mijn ochtendkoffie. Geniet jongens!!

mart en jo

het leest heer lijk weg ....waan me helemaal bij jullie ....veel plezier xx

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!