Fred en Anneke reizen over het dak van de wereld in 30 dagen

Happy Birthday Jeroen

10 Juni !! Onze oudste zoon Jeroen is jarig.
We sturen s ‘morgens meteen een WhatsApp. Deze wordt echter niet verstuurd.
Chinees Internet is een onbetrouwbare hufter, soms komen er midden in de nacht een hele strot Gmail-berichten binnen.
Facebook en Google doen het hier niet. Soms doet WhatsApps het en soms ook niet. Erg vervelend.
We gaan vandaar naar een klooster, waar rondom en bedevaarroute loopt. De groep is klooster-moe geworden, dus gaan we het klooster zelf niet in.
Maar eerst ontbijt. Dat zou in het hotel kunnen, en inderdaad, er is een ontbijtzaal. We willen daarin gaan, maar we moeten eerst een voucher halen. Ook goed, de dame achter de balie kan de telefoon niet even neerleggen, schrijft een voucher uit en wil geld zien. Wij vragen hoeveel, ze kan echter alleen het woord money, de telefoon blijft aan het hoofd en het woord money wordt steeds harder geroepen. Wij vragen nog eens op een non-verbale wijze hoeveel ze dan wil hebben, maar de dame weet alleen, geassisteerd door de inmiddels ook gearriveerde kokkin, het woord money te slaken.
Wij wuiven vriendelijk en verlaten het hotel op zoek naar een alternatieve ontbijt-locatie.
Deze wordt gevonden in een klein tentje aan de weg, waar de eigenaar druk bezig is met het frituren van deeg.
De tent is schoon, de mensen doen hun best om te begrijpen en te vertellen.
Wij nemen het gefrituurde deeg, wat in een soort van rijstsoep gedoopt wordt, wat ingelegde rettich erbij en als afsluiter enkele kleine bapao-achtige deegwaar. Allemaal smakelijk en supervers.
Terug naar het hotel, waar we verzamelen voor de wandeling. We moeten de weg enkele malen oversteken en doen dat braaf bij een zebrapad, notabene onder direct toezicht van de politie. Je wordt, ondanks het feit dat ons licht op groen staat gewoon van de sokken gereden. Dat volk hier kent blijkbaar alleen het recht van de sterkste.
Op weg naar het klooster lopen we over een markt, stalletjes, maar ook mannen met een juk op de schouder. De pelgrimage rond het klooster, zo'n twee kilometer aan gebedsrollen. Een eindeloze stroom mensen die allemaal mantra's mompelen, gebedsrollen aanduwen, een gebedskrans door hun handen laten lopen en een enkeling waarvoor gewoon lopen schijnbaar nog niet voldoende boetedoening is.
Na een fikse wandeling komen we weer beneden, we lopen via een markt terug naar het hotel. De straat wordt al snel de ambachtsstraat genoemd. Er worden hier kasten en muziekinstrumenten gemaakt, er wordt metaal in schalen geslagen, er worden dierenpoten geschroeid.
Iets verder worden er geslachte schapen aangeboden.
Uiteindelijk terug en nemen we wat rust. In de middag gaan we op zoek naar eten voor morgen in de bus, belanden ook weer op een markt, hier worden veel levende dieren aangeboden.
Weer terug in het hotel weet Rohit te melden dat de massage salon achter het hotel nu niet echt de service verleent die de naam op het gebouw doet vermoeden.
In het gebouw allerlei kortgerokte vrouwen en kamertjes met tweepersoons bedden.
Wij, ook Rohit, slaan deze over en vragen Karien een massage in Lhasa voor ons te regelen. Daar is een blindeninstituut, opgericht door een Duitse dame, waar de blinden onder andere massagetechnieken leren.
Lijkt ons beter dan de massage met een happy ending die achter het hotel geboden wordt.
Morgen naar Lhasa, wordt weer een lange busrit. Daarna wordt het treinen, eerst de hemeltrein, 36 uur, dan het terracotta leger in Xian, vervolgens een nachtrein naar Peking.
We hebben al bekers en kommen aangeschaft om in de trein te kunnen eten en drinken.
In Lhasa hebben we Internet, in de trein zeker niet.
Gaan nu naar beneden voor het avondeten en daarna de koffer weer in orde brengen.
Zijn blij dit hotel te verlaten, Internet is brak en alleen aanwezig in de lobby, douche werkt niet, en de kamer is erg lawaaiig.

Koffie en broodjes

Wat een luxe, wakker worden uit jezelf in plaats door een wekker, we nemen ontbijt in een tentje tegenover het hotel.
Als we binnen komen is het nog uitgestorven, maar al snel wemelt het er van personeel. Er spreekt er een zelfs Engels.
Wordt weer eenvoudig, brood, omelet en thee.
Het hotel helpt ons de dag van de week te onthouden, iedere dag een nieuwe deurmat. We pakken de spullen in en zetten het in de bus , vervolgens gaan we aan de wandeling door oud-Gyantse.
Dit is een oude Tibetaanse wijk, men is daar nijver aan het opknappen, nieuwe houtwerk en beschilderingen. Op de daken prijkt een bos takken met linten en vlaggetjes, het is hier overal wel kleurrijk, dat in tegenstelling tot de Chinees aandoende winkelstraat,.
De rit van vandaag is kort, een km of 100. Het is wel apart hoe dat hier gaat, je moet je melden bij een politie post, daar wordt de aanmeldtijd op een formulier genoteerd, vervolgens beginnen we te rijden, vlak voor de volgende post is een stop. Dit is voornamelijk omdat de maximale snelheid hier 30 km/uur is en de bus dus aanmerkelijk harder gaat. Op de stop doden we de tijd met kijken bij Gepel Watermill op 3860 meter, waarvoor dan weer betaald moet worden.
Het gebied waar we doorheen rijden is befaamd vanwege de hoge kwaliteit gerst die hier verbouwd wordt.
Bij deze stop wordt dan ook meel maar ook mout verkocht.
We hebben hier water en mout, alleen de hop heb ik nog niet gezien, maar er moeten hier toch een betere barley wine te brouwen zijn dan we gisteren voorgeschoteld kregen.
De volgende stop is bij een vaag etablissement, volgens mij een soort theater waar shows met honden worden gegeven.
Voor het gebouw is het netjes en harkt men zelfs het grind, erachter is het een puinhoop, als je wat kwijt wilt, dan begraaf je het nadat je het in de fik gestoken hebt.
Uitzicht is echter stunning, dat weer wel.
Het is warm en er staat een ijsco dealer, we nemen dus een mango ijsje.
Ook leuk, als we het over rotzooi hebben zijn de stapels, muren en vlaktes met gedroogde mest.
De mest wordt hier verzameld, in rechthoekige of ronde plakken gekleid, vervolgens bouwt men daar bouwwerkjes van.
Men gebruikt de gedroogde mest als brandstof voor koken en verwarming.
De voorraden zijn voor de winter. In de lente kan er dus zomaar een muur of wat verdwenen zijn.
Men kookt hier ook veel op solar, een grote spiegel, of delen van een parabool met een kookplek in het brandpunt.Super simpel energie efficiënt.
Uiteindelijk bereiken wij Shigatse, het Yak-hotel is ook een beetje jak, de kamers zijn nog niet schoongemaakt, en sommige stinken zelfs.
Er wordt wat geschoven en geruild en uiteindelijk heeft eenieder zijn of haar plek.
Wij, Karien, Josiane (en niet Sosiane), Anneke en ik vertrekken naar een coffeeshop die we in de aanvliegroute naar dit hotel gezien hebben. Ook Kees, Mirjam, Elly en Joyce gaan daar naartoe. Onderweg doen we een bh-winkel aan, de Chinese vrouwen hebben allemaal maat plank met erwt zo te zien. Al die dingen hebben vulling, vulling en nog eens vulling. Josiane koopt hier een speelpakje voor in de trein straks, ik verheug me daar al op.
Vervolgens langs een bakker waar we veel lekkers meenemen en dan door naar de coffeeshop.
De bediening gaat allemaal wat rommelig, het blijkt dat de zaak nog niet officieel geopend is.
We genieten van een Americano en het blijkt dat men een Tibitian Palew Ale op fles heeft, deze kans laten we ons niet ontgaan.
Smaak was vlak, we zijn toch wat verwend met al onze mooie gedryhopped Pale Ale’s in Nederland.
We moeten met z'n allen wat in het nog maagdelijke gastenboek schrijven en met het gehele personeel op de foto.
Afrekenen valt wat tegen, blijkt een exclusieve zaak te zijn, terug naar hotel, via allerlei winkels, mokjes, pilletjes, drankjes.
Kijken nog even bij een ziekenhuis naar binnen, de geur op zich is daar al ongezond. Heb een fotootje toegevoegd.
Hij is bewust wat wazig om jullie’ s eetlust niet te verpesten.
In het restaurant naast het hotel de blogs bijwerken en met een groepje wat eten. Gezellige kout.
Morgen weer een dag in Shigatse, 10:00 een wandeling waarbij we pelgrims gaan bestuderen.
Maar dat zien we morgen wel weer, voor nu: Snaveltjes dicht en oogjes toe.

Op het dak van de wereld

We hebben een jarige in de groep. Els.
We gaan ontbijten in hetzelfde restaurant als gisteravond, het FriendshIPSnowLandRestaurant&Guesthouse.
Eten is daar goed en men spreekt een beetje Engels, een schaarsgoed hier in Tibet
Het is vroeg als we die kant op lopen, 6:30, het klooster ontwaakt net. Je hoort de stemmen van de monniken buiten.
Het ochtendlicht is ook mooier dan het harde middaglicht gisteren, we maken dus nog wat foto's.
Deze plek is ook bekend van de z.g. Hemelbegrafenis, hierbij worden de lijken op een bergtop geofferd aan de vogels.
Er zijn twee uitzonderingen, mensen met een ernstige infectieziekte, deze worden gewoon begraven en baby’s, deze hebben nog geen zonden begaan, zijn dus rein en worden in stukken gesneden en aan de vissen geofferd. Ergens een poëtische daad.
Restaurant gaat om 7:00 open, ik neem een kijkje in de keuken. Voor Chinese begrippen helder.
Els ontbijt hier ook en we zingen haar toe. Daarna beginnen aan een lang stuk door de bergen.
In de bus ballonnen, slingers en nog een lied.
We verlaten de "beschaving" en moeten af en toe uitwijken voor vee.
Naast de weg weer een constructie activiteiten van jewelste, complete betoncentrales en constructiewerkplaatsen.
We steken de rivier over, gaan door een immens lange tunnel, bebouwd gebied en raken uiteindelijk in een berglandschap.
Vandaag gaan we echt over het dak van de wereld, we stoppen op een viewpoint boven de 4 km. Er staan daar allemaal Tibetanen die je met een Tibetaanse berghond op de foto willen hebben, uiteraard moet je daar dan wel voor betalen.
Ergens een zielig verhaal, die trotse honden vastgeketend op een tafeltje. De koppen en de bouw doen ons aan Moira denken.
Door gaan we weer, we rijden langs een immens meer, en dat op zo'n 4 km hoogte.
Uiteraard stoppen we daar even. Ik kan uw bevestigen dat dat water koud is.
Wel kraakhelder, zal een interessante uitdaging zijn om daar een duik in te maken, de verminderde luchtdruk, de koude en de logistiek om daar überhaupt te komen.
Tussen de middag lunch in Nagartse, en dan weer door. Uiteindelijk komen we aan op het hoogste punt van deze reis, een pas op 5020 meter.
Op de weg hiernaartoe hebben al regelmatig van dit soort mastodonten gezien.
Bij de pas ook een restaurant dat zich de hoogste ter wereld noemt. We nemen dit als kennisname aan en laten deze links liggen. Kwaliteit van dit soort etablissementen laat in het algemeen te wensen over.
Over kwaliteit gesproken, heb een foto van een voor Tibetaanse begrippen goed toilet bijgevoegd, het principe kennen wij als een HUDO (Houdt Uw Darmen Open), een gat in de grond, of boven een afgrond.
De rest van de reis gaat bergafwaarts, de meest spectaculaire plekken hebben we nu wel gehad. Nog een stop bij een kunstmatig meer, we zitten hier bij de grens met India, men gunt hun het water niet zonder meer, alle energie die er inzit wordt afgetapt.
Hierna de weg naar Gyantse, landbouwgrond en politieposten, ik kan er niet meer over vertellen, zeker niet na de intense vergezichten die we achter de kiezen hebben.
In Gyantse gaan we met z'n allen naar Tashi restaurant, waar er een verjaardagstaart klaar staat. Els wordt nogmaals toegezongen, wordt door gids en locals omhangen met shawls, snijdt de taart aan en het feestje verloopt naar diner. Ik neem daar een lokale barley wine, maar dat is nu niet echt wat wij onder een barley wine verstaan. Na het eten naar het hotel, een koude nacht.
Morgen uitslapen, om 8:00 ontbijt, 9:00 een wandeling door oud Gyatse, 10 uur naar Shigatse
Oh ja, Internet is hier brakker dan brak, jullie lezen dit vertraagd.

Verlichting in Samye

We zitten nu in Samye, het doel was het klooster aldaar. We waren op van alles voorbereid gezien de tekst in de Djoser-gids: we overnachten in een guest=house bij het klooster
Er waren dus visioenen van gezamenlijke slaapzalen, sobere onderkomens etc.
Niets van dat alles, het is gewoon weer een Chinees hotel met Wifi en alle gemakken als tv en stromend water.
TV heb je weinig aan, is allemaal Chinees, schreeuwerig. Net als de chinezen zelf overigens, man wat maken die een herrie.
Vanmorgen vertrokken we omstreeks 7:30 uit het hotel. De reis zou zo'n 6 uur duren met wat stop’s.
Reis gaat door dorpjes en altijd zijn er wel water en bergen te zien. De Chinezen zijn druk bezig om dit land te ontsluiten, zal wel wat te maken hebben met delfstoffen en snel kunnen ingrijpen in regio’s.
Het wel imposant om te zien hoe ze dat aanpakken. Parallel aan het eerste traject wat we rijden wordt een spoorlijn aangelegd, men bouwt overal tegelijk, tunnels die nog nergens op aansluiten, pilaren waar de spoorlijn verhoogd op komt, viaducten, groot en klein en natuurlijk ook zo hier en daar een dijklichaam waar de spoorlijn op komt.
Parallel aan het tweede deel van onze route wordt er een snelweg uit de grond getrokken, rijen met pompen, heistellingen. Men pakt hier echt uit.
We moeten regelmatig stoppen bij een checkpoint, de gids gaat dan een stempel halen en dan kunnen we weer verder.
Men mag van dat ritueel geen foto maken, politie en leger zijn wat dat betreft offlimit.
Een van de stop’s is bij een view-point bij de Yarlung Tsangpo rivier (ook wel Brahmaputra genoemd) is een toilet.
De man ervoor wil geld hebben, maar de stank belet je al om het toilet te betreden. Ik bedank voor de eer, de man begint te schelden en hij krijgt van mij de middelvinger. Ik ga op zijn Chinees plassen, dus gewoon waar je staat.
Enkele dames gaan wel, zo ook Martine. Martine heeft al enige tijd last van haar darmen, maar nu is het wel heel erg.
Ze kon echter niet braken, nou het aanschouwen en ruiken van het "toilet" geeft verlichting. De reisleidster snelt te hulp met een fles water, de vloeren zijn echter zo smerig en glad dat ze uitglijdt en het water over zich krijgt. Opgelopen schade: ei op het voorhoofd en snee in de neus. De zonnebril is ook gesneuveld tijdens deze actie.
Om het klooster te mogen bezoeken heb je een permit nodig, deze wordt in Tsedang gehaald, we doen hier ook een hapje in een traditioneel Tibetaans restaurant. Drinken daar voor het eerst de bekende Yak-thee, thee gemaakt van thee, yak-boter, water en zout. Niet echt een blijvertje. Rest van het eten is goed, het gezelschap is gek van momos, wij noemen dat dumplings. deegvelletje met vulling, in ons geval Yak-gehakt en groenten, de balletjes worden vervolgens gaar gestoomd.
De reis gaat door, we stoppen op een hoge bergpas voor een fotomoment en daarna wordt Martine naar het hotel gebracht, Els blijft bij haar. We beginnen ons wel meer zorgen over haar te maken. Uiteindelijk zal ze met Rohit, die arts is, en de gids naar een lokaal medisch centrum gaan, ze verliest wel erg veel, het komt er onder en boven uit namelijk.
De rest van de groep maakt een tour door het klooster, volgens de gids is een zaklamp niet nodig, maar ik ben erg blij dat ik mijn lampje mee heb.
Het is een donker gebouw met gladde, steile trappen en men doet het licht halverwege de excursie uit.
Ook dit klooster staat vol met Bhoeda en Dalai Lama, is best mooi, maar ik heb het idee dat ik het eerder tijdens deze reis al gezien heb.
Maar de mensen met interesse in dit facet van Tibet genieten met volle teugen.
Het is nu 18:00 en we gaan door met de routine die we in de tussentijd opgebouwd hebben, iets eten, wat kletsen en vroeg naar bed.
Morgen wacht ons een verrassing maar daarover dan meer.

Debat in de tuin

Vandaag een hoogtepunt, het Potalapaleis, gebouwd op een heuvel en hoog boven de stad uittorent. Dit paleis was de winterresidentie van de Dalai Lama en als zodanig ook een belangrijk religieus monument.
We gaan lopen, de bus is vrij kostbaar voor zo'n klein stukje, temeer daar de chauffeur daar dan 2 uur moet wachten.
Taxi’s zijn een beetje een drama, die pikken liever meer klanten in het centrum op, riksja’s zijn een apart verhaal, je onderhandeld over de prijs en als je op bestemming bent is de prijs opeens hoger geworden.
En het paleis is maar 25 minuten hiervandaan.
Het gaat bij ons vrij aardig met de hoogteverschijnselen, dus ook Anneke durft de tocht aan, er blijft een reisgenoot achter met wat heftiger verschijnselen.
De groep wordt in tweeën gesplitst, wij gaan in de tweede groep. Onze gids meldt dat je eigenlijk niets mee mag nemen het paleis in, geen medicatie, geen water, geen batterijen, geen messen en ga zo maar door. We hebben nog even dus de rugzak wordt omgepakt. Uiteindelijk mogen we vertrekken, de twee groepen heeft te maken met de uitgeweken vlucht naar Chengdu.
Toegang tot het paleis gaat op naam en tijdslot, we hadden gisteren een tijdslot, maar toen waren we hier nog niet.
Er zijn dus wat kaarten geregeld en dit was het beste wat we konden krijgen.
De wandeling is ietwat fris, temperatuur is s ‘morgens toch wel lager dan we in de afgelopen tijd gewend geraakt zijn.
Onderweg komen we een bakkerij tegen en nemen ons voor om daar na afloop wat lekkers te gaan halen.
Controle in het paleis is een wassen neus, degene die het scan apparaat moet bedienen ligt gewoon te slapen.
Controle van de tickets wordt wel serieus aangepakt, we hebben die wel 5 keer moeten laten zien. Een keer mochten we niet door omdat we te vroeg waren, 10:30 i.p.v. 11:00 maar vijf minuten later liepen we gewoon door.
In het paleis mogen we binnen niet fotograferen, maar eerst 130 meter omhoog klimmen/lopen, dat valt met de luchtdruk hier niet mee, maar met beleid en rust komen we toch boven.
We worden het paleis door geleid langs enkele van de 1000 kamers, 10.000 altaren en 200.000 beelden.
Hoed en zonnebril af en vooral geen foto's maken....
Google maar eens voor de afbeeldingen dus, want ik als gehoorzame Hollander zal aan deze oproep gehoor geven ;>)
De toegewezen gids doet zijn best, maar kan op eenvoudige vragen lang niet altijd antwoord geven. Het blijft wat bij welke Boeddha en Dalai Lama dit nu weer is en uit welke eeuw die waren.
Na de rondleiding gaan we terug naar het hotel, onze eigen gids weet ook een bakkerij en we belanden bij Bread Talk, ze hebben ook echte koffie. Het smaakt ons allemaal goed, de gids meldt nog wel even dat we om 14:15 de bus in moeten voor de volgende excursie.
Deze gaat naar het Sera klooster. In de tuin houden de monniken ‘s middags regelmatig debatten over religie en wereldse zaken, een belangrijk onderdeel van hun opleiding. Het is bevreemdend om te zien hoe ze dat doen, een zit op de grond en moet stellingen weerleggen of onderschrijven die door een staande, springende en klappende monnik naar voren gebracht worden. Af en toe lijkt er zelfs een handgemeen te ontstaan. Al die debatterende monniken zijn in het donker bordeaux rood gekleed er loopt een in het grijs geklede monnik tussendoor die de monniken geld uitbetaald.
Nog zo'n stom ding daar, er staan kleine mannekes, allemaal identiek gekleed, die in de gaten houden of er geen foto's met een camera gemaakt worden, foto’s met een tablet of telefoon mogen wel. Rare jongens die Chinezen.
Wat ook opvalt is het verschil tussen Chinezen en Tibetanen, de eerste rijden in dikke bakken rond net of het land van hun is. Je ziet overduidelijk verschil tussen de bevolking, in uiterlijk en gedrag.
16:30 weer in het hotel, lekker wat rusten, want dat en veel water drinken zijn de beste middelen om hoogteziekte te voorkomen. De Tibetanen hebben overigens ook kruiden die probaat zouden helpen.
Wij gokken op rust en water en tot nu toe gaat dat goed.
Straks wat eten met de Belgen en Erwin, keuze is gevallen op een Chinese derivaat van een fastfoodketen, Dicso. Ben benieuwd.
Nog even wat mededelingen van huishoudelijke aard:
Internet is niet het internet wat wij hebben. Je kunt niet overal heen of alle services gebruiken.
Facebook komt niet door, Google werkt niet, we gebruiken Yahoo. Hotmail en Gmail worden niet doorgezet.
Dus we zien wel dat er bv facebookmeldingen zijn, maar de meldingen zelf kunnen we niet zien.
Ons Ziggo account is wel bereikbaar, dus als je wat kwijt wilt, anders dan reacties op foto's en deze uiterst boeiende verhalen, mail dan naar het bekende familie adres bij Ziggo.
We kunnen ook de locatie niet meer aangeven, maar de laatste dagen zitten we in Tibet, China.

Wij gaan nu nog even rusten, straks aan de Chinese hamburgers, morgen om 7:30 op weg naar Samye.
Origineel niet in de route, maar door het uitvallen van de Friendship Highway nu wel in het programma. Wel weer een uur of 5 bussen, onder andere om bij een controlepost te komen waar we het permit moeten halen om naar Samye te kunnen komen.
Doel daar is een bekend klooster, we slapen daar in het guesthouse, zal dus redelijk basic worden.
Even een stukje uit de Djoser-gids:

Het Samyeklooster dateert van halverwege de 8e eeuw en is het oudste boeddhistische klooster van Tibet. Het is een enorm complex, opgezet in de vorm van een mandala, met een woud aan stoepa’s en beroemd vanwege de bouwstijl. Die vormt een geslaagde combinatie van Han-Chinese, Tibetaanse en Indiase architectuur. Het klooster, een belangrijk symbool van de Tibetaanse identiteit, is rijk aan hout- en steengravures, fresco’s en beelden. We overnachten in een guesthouse nabij het klooster zodat je het dagelijks leven in het klooster van dichtbij meemaakt.

Weet nu nog niet of daar elektra en/of Internet is. Kan dus zijn dus jullie even verstoken blijven van informatie.
Hopelijk leidt dat niet tot ontwenningsverschijnselen, mocht dat wel zo zijn, begin dan maar aan een Miss Marple verhaal.

ps fast food is overal dezelfde bagger, niet voor herhaling vatbaar,

Lhasa at last

Dat met die lunchpakketten is uiteindelijk toch niets geworden. Enige wat we bij de receptie kunnen ophalen zijn onze paspoorten. Deze worden tot nu toe bij ieder hotel ingenomen, zodat we in het grote boek van Sinterklaas opgeschreven kunnen worden. Wat zal het een pakjesavond worden dit jaar.
Voor de rest is er over dit hotel niets te zeuren, het was rustig, bedden goed en douche warm.
Wel ontdekten we dat de whiskyfles wat gelekt had in het vliegtuig, die hebben we gisteren dus maar soldaat gemaakt.
3:40 werd er op de deur geklopt en even later staan we slaapdronken beneden. Bus in, naar het vliegveld.
Strategisch over de que's bij de incheckbalie verdeeld en ik was zowaar de eerste die aan de beurt was.
Meteen de reisleidster erbij want we reizen op een groepsvisum. Daarna ontevreden chinezen in de rij, want de gehele groep checkt in via deze balie.
Daarna door naar de volgende rij, deze is gigantisch, zie dat er echter nog controleposten niet open zijn op het eind en gok er op dat deze wel open gaan, en verdomd, goed gegokt. Wederom Karien erbij en we dringen weer met de hele groep voor.
Door naar de gate, daar is nog net ruimte voor een plaspauze en we stappen als een van de laatsten in de bus.
Vlucht voorspoedig, ontbijt, rijstpap met wortel en een gefermenteerd ei.....
Bij de luchthaven staat een bus te wachten en krijgen we allemaal een welkomst-shawl.
Landschap is puur, maar wat is er hier een infra neergegooid, we rijden over strakke wegen, door tunnels en parallel aan de spoorlijn. Bij stations verrijzen fantasieloze Chinese flatgebouwen. In Lhasa zelf aangekomen worden we naar de Bank of China gedirigeerd, geld halen. Ook Karien moet hier wisselen en dat duurt erg lang. We vermaken ons binnen met een interactieve video-wall en buiten met de stroom Tibetanen die in een soort processie langs komen.
Wij zijn geïnteresseerd in hun en zij in ons. Lijkt soms wel of we de eerste blanke zijn die ze zien.
Op naar het hotel, even omkleden en we vertrekken naar de Jokhangtempel, maar eerst de eerste Tibetaanse lunch.
Tibetanen hebben een traditie met de Yak, dat dier levert ze van alles, ook het vlees dat ze nodig hebben om op deze hoogtes te kunnen leven. De meningen lopen uiteen, maar ik vond het lekker.
Daarna de tempel in, het is vandaag een heilige dag en heel Tibet loopt hier in min of meer traditionele kledij.
Tempel is uiteraard gewijd aan Boeddha, maar ook al de geestelijke leiders van hier hebben een prominente plaats.
Het ruikt er naar Yak-olie, alle "kaarsen", en er dat zijn er nogal wat, branden hier op.
Er lopen drie stromen parallel door de tempel heen, met de klok mee zoals dat hoort, de toeristen in de middelste de twee buitenste voor de biddende Tibetanen. Het geheel is mooi om te zien, maar heel slecht onder woorden te brengen.
Na het interieur het exterieur, mooie uit zichten op onder andere Potalapaleis, dat staat morgen op het programma.
We lopen daarna nog met de klok mee om het gehele tempelcomplex, gelovigen leggen dat op een heel bijzonder manier af.
Ze heffen de handen omhoog, gaan op hun knieën, streken zich geheel op de grond uit en leggen een ketting zover mogelijk weg. Ze gaan weer staan, lopen naar de ketting en het ritueel herhaalt zich.
Men kleedt zich er ook voor met kniebeschermers, aangepaste kledij en handschoenen of een soort slippers waarmee ze over de grond glijden. Heel apart.
Wij en vooral ik ben ook apart in hun ogen, er worden stiekem foto's gemaakt. Er zij er die even aan mijn arm moeten voelen, anderen willen naast me staan. Omgekeerde wereld.
Na het rondje nog even een kop citroen-gember thee halen. Dit zou werken tegen de hoogteziekte.
Die hoogteziekte is echt wel een ding. Onze Belgen, maar ook Nederlanders zijn rijk voorzien van pillen hiertegen
Je kunt deze echter maar drie dagen slikken. Wij hebben niets meegekregen van onze huisarts.
De eerste gevallen van hoogteziekte lijken zich al aangemeld te hebben, hoofdpijn, licht in het hoofd, geen trek in eten, lusteloos.
Op zich ook niet raar, bijna alles wat je moet doen om rustig te wennen zijn niet gehaald.
Rustig naar hoogte gaan, neen we vliegen in een keer in. Voldoende rust, gezien de hectische dag gisteren en de rusttijden ook niet gehaald. Rustig wennen weinig inspanning, neen meteen de bus in en sightseeing met veel lopen.
Vandaar dat we op tijd terug gaan en de rest van de dag rusten en slapen.
Tik nog even dit verslagje en dan gaat bij mij het licht uit. Slaap wel allemaal

Gestrand in Chengdu

Het is erg onrustig in en rond het hotel, de keuken begint al rond 5:00 geluiden te maken, ook de Nepalezen zelf zijn vroeg op.
Er is om 7:00 een ontbijt buffet in het hotel, we eten een paar broodjes en een ei.
De bus naar Kathmandu International Airport vertekt om 8:15, het vliegtuig vertrekt om 12:10.
We hebben nog even tijd om de laatste roepies op te maken.
De sfeer op straat is veel anders, geen tot weinig toeristen, de Nepalezen zijn bezig met inkopen en gebed.
Men loopt de tempel binnen, luidt een klok, maakt buigingen naar een voor ons onherkenbare godsafbeelding, loopt met de wijzers van de klok een rondje en maakt een stip of streep op het voorhoofd.
Een en ander gaat gepaard met overgaven, bloemen, groen en kleine hoeveelheden graan.
De markt is nu authentieker, de kraampjes met souvenirs moeten nog opstarten. We kijken bij de bereiding van Nepalese chips, eten wat kleine gedroogde visjes en kopen wat bananen voor onderweg. Laatste stop is Beans, een coffeeshop met heerlijke chocolade-walnoot brownie. Lekker even een Americano en een dopio.
Om 8:15 vertrekken we naar de busstop, auto's komen dit deel van Bhaktapur niet in. De bagage wordt met een Stoffeltje nagebracht (Stoffeltje was een gemotoriseerd melkboerkarretje dat we vroeger bij scouting gebruikte, de naam is een verwijzing naar de snelheid)
Reis naar het vliegveld gaat voorspoedig, daarna moeten we als groep door alles heen geloodst worden, het bezoek aan China gaat namelijk op een groepsvisum. Een voor een worden we naar voren geroepen om in te checken. Ik vraag de dame of ik een seat with a view heb, ze snapt me niet en ik gebruik de verwarring om te informeren naar meer beenruimte. Dit blijkt gratis EN aanwezig te zijn, vraag dus meteen ook voor Anneke. Beide instapkaarten worden alsnog omgezet.
Luchthavens zijn allemaal hetzelfde, wat (dure) winkeltjes, doorgezakte banken en een klok die langzamer loopt dan buiten de luchthaven. Lezen, luisteren en vervelen dus.
Uiteindelijk kunnen we boarden, we vliegen Air China en een Airbus 330. Stewardessen zijn echte Chinese poppetjes.
In het vliegtuig vindt uiteindelijk een stoelendans plaats, bijna iedereen heeft op een gegeven ogenblik een raamplaats.
De bergen laten zich echter niet zien, nou ja een klein topje zo af en toe.
Veel vroeger dan gedacht wordt de daling naar Lhasa ingezet tot er opeens een mededeling komt dat we niet op Lhasa gaan landen en we doorgaan naar Chengdu, een grote stad in China zelf, niks geen Tibet vandaag.
Als reden wordt aangegeven dat het weer daar te slecht zou zijn.
De chinese poppetjes werken zich een slag in de rondte om iedereen weer te voorzien van nootjes en drinken.
Stemming in het vliegtuig wordt wat lacherig. Omstreeks 16:30 landen we, we wachten even in het vliegtuig om als groep bij elkaar te blijven en om de handbagage wat eenvoudiger te kunnen pakken.
Op het tarmac staat een groot russisch vrachtvliegtuig, het heeft niets met dit verhaal te maken, maar dat ding was motherf**king groot. Door de immigration heen waar we opgewacht worden door enkele dames met een bordje Lhasa.
Als we de bagage van de band hebben vertrekken we in een bus naar een hotel. Het is allemaal goed geregeld, blijkbaar hebben ze dit meer aan de hand. Op de ruime kamer liggen sloffen en tandenborstels, beneden wordt een eenvoudige maar erg smaakvolle maaltijd verzorgd.
Ik probeer met handen, voeten, point-it en nonverbale expressie 18 lupa's voor morgenochtend te regelen.
Men spreekt hier geen woord Engels. Het lijkt te lukken, morgen liggen er om 4:00 18 lunchpakketen voor ons klaar.
Buiten voor het hotel wordt gezamenlijk fitness gedaan, er is een soort gezamenlijke dansworkout en er staan openbare fitness-toestellen. Iets verder is een Bank of China en een supermarkt. Dus eerst flappen tappen en daarna een biertje plus aanschaffen. We drinken het biertje in de lobby, er zou een bar zijn, maar dat blijkt een theeschenkerij.
Morgen gaan we voor de tweede keer proberen in Lhasa te komen.
Wekker op 3:30. Het is wat dat betreft nu niet echt een doorsnee vakantie.

Pleisters en plakken

Ondanks het feit dat we een uurtje langer kunnen blijven liggen weer voor de wekker wakker.
We pakken de koffer in en maken we een rugzak klaar om een stukje te lopen.
Wij ontbijten wat later samen met Elly, de groep vertrekt. Mirjam besluit op het laatste moment toch met de bus te gaan.
Zij heeft last van de darmen. Dit is overigens een normaal onderwerp van gesprek binnen de groep. Eenieder moet er vroeg of laat, kort of lang aan geloven.
De bus wordt met de bagage geladen en wij vertrekken. Onderweg pikken we wat schoolkinderen op, deze moeten iedere dag 1,5 uur heen en weer lopen, zomer en winter. De dames zijn blij en we horen ze uit over hoe de school hier is.
Schooltijden zijn van 10 tot 4, er zijn 10 klassen en daarna moeten ze op kostschool in Kathmandu.
De school is door de aardbeving beschadigd, ze hebben les in tenten en golfplaten onderkomens.
Golfplaat is een materiaal wat hier erg veel ingezet is na de aardbeving.
Onderweg komen we de groep tegen op het moment dat die de weg oversteken. We rijden door tot een soort pleisterplaatsje.
Er is daar ook een medische postje gevestigd. De rest van de groep komt ook daar aan, alleen de sterken lopen de rest van de route uit. Wij bedanken voor de eer.
De bus moet om de vallei omrijden, het is vruchtbare kleigrond. Er is daar sprake van terrasbebouwing.
Op diverse plekken wordt de bovenste laag klei ook afgegraven en gebruikt om er bakstenen mee te fabriceren.
Je ziet diverse schoorstenen walmen.
We ontmoeten de laatste lopers in een cafeetje. Er is een gewonde gevallen, Brigitte is gevallen, heeft zich proberen op te vangen op haar hand en heeft nu een duim die open ligt en wat schaafwonden aan haar been. Ze wordt in een gezamenlijke aanpak verzorgd met Betadine, water en pleisters, plakken op zijn Belgisch.
De een levert pleisters, de ander Betadine, iemand heeft een schaartje en zo komen we er wel.
Uiteindelijk gaat de tocht verder naar Bhaktapur.
De stad vraagt 1500 roepi entree, hopelijk wordt dit gebruikt voor de wederopbouw van alle huizen en monumenten.
Wat is deze stad getroffen door de aardbeving, maar wat is er nog veel te zien. Pagode-achtige gebouwen, paleizen en veel meer.
De huizen zijn soms erg beschadigd, we komen langs een waterput, het water staat zo'n 10 meter lager. Maar het is wel de enige bron voor een hele buurt.
In de middag begint het te rommelen en zachtjes te regenen, wij zoeken onze heil op een dakterras en zien van alles onder ons doorgaan onder het genot van een glaasje bier.
Tegen het gebouw onder ons liggen houten wielen, deze blijken voor een sierkar. Op het Hindoeïstische Nieuwjaar wordt deze door groepen over het plein getrokken, zoals ik het begrijp als een soort touwtrekwedstrijd. De groep die de kar op zijn groengebied krijgt heeft gewonnen en zal een voorspoedig jaar beleven.
Morgen terug naar Kathmandu en dan met het vliegtuig naar Lhasa, Tibet.
Als ik daar nieuws over heb meldt ik met weer.
Papa Echo Een Papa Alfa Bravo gaat QRT