Fred en Anneke reizen over het dak van de wereld in 30 dagen

Chillen in de bergen

Vandaag gaan we om 11 uur naar een bergdorp, Nagarkot, we verblijfen daar in Farm House, een alleenstaand resort in de bergen.
11 uur houdt in uitslapen, voor zover dat nu nog lukt, koffer pakken, nog wat geld uit een flappentap trekken en verhalen en foto's uploaden.
De spanning is weer weg, dus ik ben even afhankelijk van de accu, internet is gelukkig wel beschikbaar.
Elektriciteit is hier regelmatig afwezig, het hotel heeft dan wel een generator, maar deze draait alleen licht.
Airco is dan niet beschikbaar, maar, alles went zullen we maar zeggen.
De rit naar Nagarkot is maar een uur of twee, we stijgen redelijk, uitzicht veranderd van stedelijk naar rondom landelijk.
De dorpjes zijn klein, de wegen smal. Het is een mirakel dat de bus niet klem komt te zitten.
Uiteindelijk rijden we door Nagarkot naar het Farm House. Dit ligt echt paradijselijk.
We genieten daar een lunch en de middag wordt in ledigheid in de zon doorgebracht.
Karien organiseert nog een high coffee en tea. Een beetje lezen, een beetje zonnen, een beetje doezelen.
Eigenlijk is er van deze dag niet zoveel te melden anders dan we nu in een serene omgeving zitten, heerlijk die rust.
Oh Ja, je zou de Mount Everest hiervandaan kunnen zien en enkele denken deze al gezien te hebben.
Alleen blijkt na overleg met een van de gidsen dat wij de verkeerde kant uitkijken, hij ligt schuin naast de huisjes ipv schuin voor.
In de late middag ontstaat er nog een spontane DoMiBo. Stemming stijgt. Eten is smakelijk, entourage sfeervol, een beetje als een berghut in de Alpen.
Bedden zijn goed, alleen het dekbed en de deken zijn typisch Nepalees, het dekbed vierkant en licht, de deken kort en erg zwaar.
De kamer wordt naast ons ook bevolkt door spinnen, kakkerlakken en motten. Gezellig.
Morgen start de groep met een wandeling, gezien het feit dat Anneke nogal wat blaren heeft slaan wij over.
Bijkomend voordeel is dat we daardoor een uurtje extra hebben in de ochtend.
Morgen vertrekken we naar Bhaktapur

Cola en klankschalen

Dit wordt een rustig begin van de dag, 8:30 afgesproken om naar Durbar Square te gaan, dit ligt op 900 meter van het hotel.Daar zoeken we wat te eten maar zijn te vroeg, de dakterassen gaan pas om 9:00 open.
De tijd wordt gedood met shoppen bij de lokale kooplieden. Twee van de meiden willen een klankschaal en gaan een heftige onderhandeling in. Een komt er met de handelaar uit, de ander heeft haar prijs toch te scherp gesteld volgens de man.
Gevolg is dat hij niet alleen haar de koop niet gunt, maar ook de schaal uit de handen van de ander rukt.
We bekomen van de schrik met een lekkere koffie en gebak.
Durbar square zelf is een omgeving met allerlei tempels en paleizen, ook de kumari hebben hun onderkomen in zo'n paleis.
Kumari zijn levende godinnen, meisjes die de volwassenheid nog niet bereikt hebben en werkelijk als godinnen behandeld worden. Zij mogen bv de normale grond niet aanraken en worden dus overal gedragen.
De omgeving van Durbar square is zwaar getroffen door de aardbeving, maar is nog steeds meer dan de moeite waard.
Verbazingwekkend.
Traditionele Ghurka's bewaken de omgeving, kleine maar vervaarlijke mannetjes met hun kenmerkende messen.
Ik probeer uit te vinden wat het doel is van de twee kleine mesjes die naast het grote mes in de schede steken, de taalbarriere verhindert echter de informatieoverdracht.
Het paleis moet erg mooi geweest zijn, de koninklijke familie leefde in pracht en praal ten koste van hun onderdanen.
We lopen van Durbar square naar de monkey temple. Een tippel van een kwartier of vijf in deze warmte en alle foto en shop stops.
Monkey tempel is duidelijk op de top van de heuvel te zien, er loopt een enorme trap naartoe. We nemen eerst even rust voordat enkelen van ons aan de beklimming beginnen. Een van ons laat even een fles cola onbeheerd en voila, weggegrist door een aap. De aap blijkt verrassend behendig in het openen van de schroefdop en begint gretig van de zoetigheid te drinken. Het gaat hem niet snel genoeg, gooit de fles om en drinkt vervolgens uit de plas cola.
Hierna zijn wij ietwat voorzichtiger met het onbeheerd laten staan van rugzakken, hoeden en flessen.
Hoewel, ieder nadeel heeft zo zijn voordeel, mijn fles water is leeg en ik heb even geen zin om die weg te gooien. Zet de fles dus ruim achter me en enige momenten later is de fles verdwenen. Zou dat gezicht van die aap wel willen zien als hij erachter komt dat er niets meer in zit.
Wij gaan de trap niet op, Erwin en de dames wel. Erwin draait al snel om, de dames zetten door.
Wij passen op de bagage van de anderen. Ondertussen komen er nog twee mensen van onze groep langs. Ook zij beginnen aan de lange klim.
Op een gegeven ogenblik zijn de dames ook weer allemaal terug en lopen we rustig terug naar het hotel. Sosjaan heeft een handige app en navigeert ons door sloppen en steegjes.
We komen een werkplaatsje tegen waar klankschalen met de hand gegraveerd worden. Deze hebben wel een hele mooie klank en we laten ons overhalen om er een mee te nemen.
Terug in het hotel eten we wat, nou ja wachten we wat, want het gas is op, de elektriciteit is niet aanwezig en een knappe planning ontbreekt geheel.
Na ruim een half uur hebben we wat rijst en pizza's op tafel.
We hebben toen we hier aankwamen de was uit gezocht en deze bij het hotel ingeleverd, deze was gisteren klaar, maar alles was nog vochtig.
Het is terug gegaan naar de wasserij em zou nu goed moeten zijn. Het is nu nog een klein beetje klam, we spreiden dit maar even uit over de bedden.
Zelf gaan we de stad nog even in, we verblijven in een backpackersgebied, er zijn allemaal kleine aparte winkeltjes.
Kaart gekocht voor de Kariboe, zij doen een project op school om geld bijelkaar te brengen om waterputten in Nepal te creeeren.
Het leek Jose leuk om dan ook een echte kaart uit Nepal te krijgen, nou Jos, hij is onderweg.
's Avonds een hapje in de buurt bij een Pinquin hotel. Eten goed, sfeer minder, bediening nog minder. Op tijd naar huis om nog wat achterstalling typewerk te verrichten.
Morgen is de laatste ochtend in dit hotel, de aanwezigheid van internet wordt dan onzekerder, wil het meeste morgen op de site hebben staan.
Welterusten en tot morgen maar weer.

Tenten en tempels

Het ontbijt wordt genuttigd bij een bakkertje, lekkere verse broodjes.
Karien heeft een coffeeshop gezien en haalt daar een cappucino, voor mij neemt ze een dubbele expresso mee.
Na dit geslaagde ontbijt terug naar het hotel waar we twee taxi's bestellen.
Dit is een aparte ervaring, de taxi's zijn klein, met z'n drieen op de achterbank gaat maar net.
Het verkeer is hel, ofschoon het er rustiger aan toe gaat dan in India, de claxon wordt nu alleen doelmatig gebruikt ipv te pas en te onpas zoals in India de gewoonte was.
De stupa heeft zwaar te lijden gehad van de aardbeving, er is een groot restauratie-werk in gang.
Er is een steiger over de koepel gebouwd, waarover een schuine lift loopt die de materialen naar de top brengt.
Bouwen is hier nog een ambacht, er staan zo grote vaten water waarin ongebluste kalk gegooid wordt.
Leuk om te zien wat daar een stoom en kookbellen door gegenereerd wordt.
Bij de stupa allemaal gebedsrollen, het is mooi te zien hoe devoot de Nepalezen hier mee omgaan.
In de stupa kleine en grote tempels waar veel kaarsen gebrand worden. Ook vind je hier de megasize gebedsrollen.
Om de stupa allemaal leuke gevels, met uiteraard winkeltjes en cafe's, maar ook een boedistische "kerk".
Monniken zijn daar bezig met gebedsoefeningen, mooi gezang tezamen en alleen, begeleid door belletjes en trommels.
Leuk om te horen en erg fotogeniek.
In de winkels sieraden bekeken, klankschalen uitgebrobeerd, shawls gepast en kruiden geroken.
We gaan een tijdje, onder het genot van echte koffie, op een dakterras de drukte van boven bekijken.
Op een gegeven moment hebben we het wel gezien en vertrekken we naar de volgende tempel, dit is anderhalve kilometer verder.
De weg is druk en de stoepen smal of niet bestaand, is een drukte van jewelst. We lopen nu ook langs tentenkampjes.
De gevolgen van de aardbeving worden nu meer zichtbaar, in het tempelcomlex zelfs overduidelijk, complete delen ingestort.
Dit tempelcomlex is Hindoeistisch, de eerste Boedistisch. In een Hindoe-tempel worden niet-Hindoes geweerd.
Er is echter veel meer te zien, hier worden ook verbrandingen gehouden, dit gaat allemaal veel georganiseerder dan in Varanassi. In deze tempel ook veel apen en gidsen, weet niet welke vervelender zijn. Houd het in eerste instantie op de gidsen.
Met de taxi terug naar het hotel, het is tegen vieren en we hebben trek.
We gaan nu naar een andere bakker, deze heeft een mooie tuin. Op de kaart staan ook wat belgische bieren.
Kortom, in de schaduw van wat bomen aan de verse scones met een Hoegaarden wit. Wie doet je wat.
Op de weg terug naar het hotel komt de kooplust bij de dames helemaal los. Onvermoede onderhandelings-talenten ontwaken.
Je moet hier absoluut de vraagprijs niet betalen, het is een spel van loven en bieden. Als je dat niet wilt kan je heel serieus naar de absoluut best price vragen, je betaalt dan wat minder maar zeker te veel.
Weglopen doet het ook goed, als de verkoper je het dan echt niet gunt zal hij je niet achtena komen, maar eigenlijk komen ze bijna altijd met een tegenbod achter je na.
s'Avonds eten in een Tibetaans restaurant als voorbereiding op het volgende deel van de reis.
Daar horen natuurlijk lokale bieren bij, hoewel. Erwin neemt Chaang.
Dit is een soort instant bier, gierst wordt gefermenteerd, daarna wordt dat gedroogd.
Op het moment dat je een biertje wilt, dan neem je wat van die stof, doe dat in een beker en giet daar kokend water op.
Smaak is bitter en reuk in de geur is iets van ruwe alcohol terug te vinden. Ik vind het geen succes.
Heb zelf een Nepal Ice, sterk gekoeld, er vormen zich spontaan ijskristallen in het schuim.

Waar een wil is, is een weg

De morgenstond heeft goud in de mond.
Na een nachtje onder de klamboe worden we voor de wekkers wakker, doen ons ochtendritueel en gaan richting eetzaal.
Buiten lopen de hotelmedewerkers heftig te gebaren. Er ligt een rhino in de hoteltuin. Ik moet mijn hoed weer af en even later staan wij op een veilge afstand te kijken hoe een rhino daar een stukje plantage aan het verorberen is.
Dit beest is mensen gewend en Anneke mag met de gids van de jeep het beest tot zo'n 10 meter benaderen, beest ligt lekker in een modderpoel.
Ook wij gaan nu eten, de koffers worden in de bus geladen en we gaan de barre tocht beginnnen.
De weg zou in onderhoud zijn, dit is a bit of a understatement. er is zo hier en daar eigenlijk geen weg meer als gevolg van landslides.
De bus heeft en zwaar. Plotseling een harde knal. Wat later wordt de bus aan de kant gezet, we blijken een lekke band te hebben en wel de binnenste. Onverwachte stop dus, maar het uitzicht op de rivier is mooi, er is een soort van en toilet en er zijn wat kraampjes met masalathee en cola. East meets West zullen we maar zeggen.
De mannen werken zich in het zweet en enige tijd later gaan we door.
Na zo'n 5 uur hebben we een kilometer of 50 afgelegd en wordt de weg beter. We lunchen in een Nepalese van der Valk, daar hebben ze een buffet.
De middag heb ik niet heel bewust meegemaakt, de warmte en korte nachten eisen hun tol, en ik val regelmatig in slaap.
Wel staan we opeens stil, er is een ongeluk gebeurt. Zo'n 20 meter dieper ligt er een auto op zo'n kop in de snelstromende rivier. Dit geeft een hoop opwinding op de weg. Wij kunnen daar niets mee en rijden door.
Uiteindelijk bereiken we Kathmandu, in eerste instantie een tegenvaller. De wegen zijn slecht, het ritselt er van de bussen, vrachtwagens, 4WD's taxi's en motoren in alle soorten en maten.
Elk van die voertuigen doet zijn best om de lucht zo smerig mogelijk te maken. Het stinkt en er hangt een dichte smog.
Rijdend door Kathmandu lijkt het met de schade ten gevolge van de aardbeving mee te vallen.
Je ziet wat huizen met scheuren en zo af en toe een berg puin. Ook komen we af en toe een tentenkamp tegen.
We gaan vanuit de drukte de superdrukte in met de bus, onmogelijke straatjes.
Even na een plein houden we stil, we lopen het laatste stukje naar het Mandala hotel.
Een oase van rust en luxe in deze hectische stad. Karien doet een korte briefing en stelt voor om gezamelijk ergens te eten.
Socian kent hier een leuke tent, een vriendin van haar heeft er een tijdje gewerkt.
Het blijkt nummer 5 op tripadvisor te zijn, een hippe tent, lage tafeltjes, veel kussens op de grond en blacklight.
Het eten is voortreffelijk.
Terug naar het hotel komen we langs een supermarkt. Om de verhoudingen even goed te stellen, alle kraampjes zijn hier klein, deze winkel is groot, loopt door meerdere panden en heeft ook een 2e verdieping. 1e verdieping allemaal zaken om te eten en te drinken, 2e zaken om te wassen etc.
Er is hier chocolade, dat wordt door de dames gretig afgenomen.
Terug in het hotel is het warm, de stroom is weer eens uitgevallen en de airco doet het dus niet.
We spreken af om morgen om 8:30 wat te eten en daarna met en een groepje een stoepa, Bouddhanath Stupa, en en tempelcomplex de Pashupatinath temple te bezoeken.
Over en uit

Jungle fever

Vandaag staat in het teken van jungle, in de ochtend een walk, s'middags een jeep-safari.
Het regent en de rode poncho van Anneke wordt niet toegestaan, deze zou de rhino's kunnen irriteren.
De meesten van ons hebben echter niet gerekend op regen, maar de winkeltjes hebben er wel op gerekend.
Na deze aanschaf lopen door het dorp richting rivier, het reservaat is aan de andere kant van die stroom.
Bij de walk kunnen we kiezen tussen oversteken en lopen, of een stuk met een kano en dan lopen.
De kano's zijn gemaakt van uitgeholde bomen, zijn zo'n 8 meter lang, 60 cm breed en er kunnen zo'n 8 mensen aan boord.
Wij kiezen voor een kano, het blijft regenen.
De rivier stroomt vrij snel, is erg modderig en vol met waterhyacinten. De gids vertelt van alles over het gebied en over het wild wat er voorkomt: herten, rhinos, krokodillen, schildpadden, zwijnen en een berg vogels.
Opeens zien we aan de waterkant beweging, een krokodil heeft een geit te pakken en sleurt die onder water. Helaas is die actie te ver en te snel om knap op de foto te krijgen.
Na een klein half uur gaan we aan wal en lopen door det regenwoud, de gids duidt ons vogels, bomen en geneeskrachtige kruiden. We zien wat herten en apen.
Voor de rest lijkt het wel of het wild ook voor de regen schuilt.
De paden zijn langzamerhand ook verandert in plassen en kleine stroompjes.
Op weg naar de uitgang zien we een rhino die rustig staat te grazen aan de oever van de rivier.
Half twaalf komen we weer terug bij het hotel, snel een koffie en wat cakejes gehaald bij de coffeeshop aan de overkant.
Om half een vertrekken we voor de jeepsafari, weer naar de rivier, overgezet worden en daar met z'n 10 in de achterbak van een 4WD.
Het eerst deel van de tocht is weinig te zien, maar dan staan we opeens op 20 meter afstand van een grazende rhino, zien we wilde zwijnen, verschillende soorten herten, termietenheuvels, kortom op de tijger na alles uit de brochure.
We stoppen even bij een krokodillen kweekplaats, deze beesten waren bijna uitgestorven in dit reservaat.
Dit was als gevolg van intesief pesticide gebruik op de landerijen, deze croc's eten uitsluitend vis en staan zo aan het einde van een voedselketen.
In de kwekerij broeden ze kunstmatig eieren uit, voeren de jongen in eerste instantie met de hand en kweken ze daarna op tot ze zo'n 5 jaar oud zijn, dan worden ze in de natuur uitgezet.
Op de terugweg ook weer rhino's, herten en wilde zwijnen.
Opeens spot een van onze medereizigers een croc, deze ligt op zo'n 5 meter van de weg. Volgens de gids is het een vrouwtje dat eieren gelegd heeft en deze nu bewaakt
Tegen half zes zijn we weer in het hotel, we gaan met de Belgische meiden en Erwin wat eten in het dorp.
Er zouden daar Belgische bieren verkrijgbaar zijn, maar vanavond dus niet, sluiten de avond dus maar af met echte koffie.
Morgen gaan we naar Kathmandu, moeten wel op tijd vertrekken daar de weg in onderhoud is en dat vertraging geeft. De afstand is 175 km, men verwacht daar met enkele stops 11 uur over te doen.
Wekker gaat weer op 6:00

Grenzen opzoeken

We moeten om 8:00 in de bus zitten, nog wat poedelen en vanaf 7:00 kunnen we ontbijten, de wekker dus op 6:30.
Voor het ontbijt nog even wat door de tuin dwalen en nog wat foto's maken.
Ontbijt wordt weer in de mooie eetkamer geserveerd.
Op het eerste stukje van de busreis kan ik nu wel van de omgeving genieten, gisteren was ik meer bezig om mijn darmen dicht te houden.
Ondanks het feit dat het dorps/straat leven hier meer georganiseerd lijkt blijft het de omgeving een smerige boel.
De reis van vandaag gaat naar Chitwan Park, een Nepalees park bekend vanwege zijn neushoorn, krokodillen etc.
Als we in de buurt van de Indiaas/Nepalese grens komen zien we een file vrachtwagens van ettelijke kilometers lang.
De grens zelf moeten we lopend over, hier stelt een grens nog wat voor.
Eerst worden onze koffers in riksja's geladen, anders moeten we er een kilometer mee lopen.
Vervolgens moeten we een exit-stempel halen in een ietwat verscholen kantoor. Tijdens het wachten worden we belaagd door geldwisselaars die onze Indiaase roepies wel in Nepalese willen omzetten.
Ik spot een oranje Tata Nano en ga daar een foto van maken. In de auto blijkt een collega van me te zitten..., een medewerker van Tata Steel Thailand.
Nadat we na een 30 minuten allemaal het belangrijke stempel in ons paspoort hebben, lopen we een kilometer door een soort niemandsland, Dat is ook goed te zien aan de omgeving, het lijkt wel een oorlogsgebied, geen wegdek en vervallen stenen kraampjes aan de kanten.
In Nepal staat er al een andere bus klaar, bagage en rugzakken alvast daarin en vervolgens naar het bureau waar we het visa voor Nepal aan kunnen vragen.
Na een klein halfuur zijn we allemaal voorzien en kan de reis, nu in Nepal, voortgezet worden.
Wat meteen opvalt is dat het hier netter, verzorgder is. Huizen hebben een vrolijk kleurtje, de mensen lopen er in het algmeen fleurig bij en het lijkt wel of er minder afval rond zwerft.
De reis gaat eerst door vlak land, maar alras zijn er bergen aan de horizon te zien. Het begint ook te regenen, dat is een beetje een tegenvaller, daar het luchtbehandelingssysteem in de bus van het type ARKO is. Met de raampjes dicht omdat het binnen regent wordt het snel warm. Gelukkig is de regen van korte duur. Intussen zijn we in de bergen beland, de bus gromt vervaarlijk. Bij een wegrestaurant op een schitterende plek met uitzicht over een dal en weidse vertes lunchen we.
Daarna weer de bus in. Er is zo af en toe wel wat te zien van de aardbevingen. Een brug is kapot, er ligt een bailey brug naast, deze heeft echter slechts een rijbaan. We staan dus even te wachten.
Wegen worden van goed allengs slechter en uiteindelijk rijden we over een soort dirtroad het dorpje bij het reservaat binnen. We slapen 2 nachten in de Rhino-lodge, eenvoudig, maar dicht bij de ingang van het park.
De avondmaaltijd gebruiken we gezamelijk, daarna komt er iemand die ons gaat helpen met het invullen van het visum voor Tibet en China. Dit wordt een gezellige boel, we doen dat min of meer klassikaal.
Het moet echter wel erg serieus gebeuren , alle fouten worden zorgvuldig weggepoetst met een witte flaterpen.
Na dit zitten we nog even met een whiskey, die ik in het wegrestaurant gescored heb voor onze kamer.
Toch wat op tijd het bed in, we hebben morgen een junglewalk, deze start om 7:00, voor die tijd ontbijten dus.

Tempo doeloe

Je zult het niet geloven maar we zijn voor de wekker beiden wakker, overigens niet geheel vrijwillg.
We slapen aan de straatkant, de ramen hebben zeg maar een slechte isolatiewaarde.
s'Morgens vroeg komt er een stoet mensen als zingend en bellend langs op weg naar de rituelen aan de Ganges.
Ook het streetlife is onrustig, een kruising tussen een markt en een bocht in een drukke doorgaande weg.
Dankzij het vroege uur voldoende tijd om te douchen en te toileteren. Rustig aan naar de ontbijtzaal, waar ik rustig aan doe omdat ik een beetje last heb van de befaamde Dehli belly, dat zal me later op de dag nog bezuren.
Eten en de lunchpakketten ophalen en daarna de bus in. Het wordt een erg lange dag waar eigenlijk weinig over te vertellen valt
Wat onderwerg opvalt is het verkeer. Voornamelijk vrachtwagens en dan specifiek die van Tata. Min of meer nostalgisch ontwerp, maar zo te zien oersterk en onverwoestbaar.
De vrachtwagens en overigens al het andere verkeer gaat onze chauffeur veel te traag. Hij is een groot voorstander van met veel getoeter andere weggebruikers in te halen danwel van de weg te drukken.
Wat komen we nog meer tegen: veel jeeps, en dan de klassieke uitvoering, zijn net geen WOII Willys's, tuktuks, terreinwagens, ook veel Tata, en motoren, fietsers, voetgangers en zo af en toe een verdwaalde olifant.
Het is een godswonder dat er hier niet om de kilometer zware ongelukken te zien zijn. Blijkbaar werkt de chaos hier wel. Je haalt links of rechts in, net hoe het uitkomt.
Als de linker rijstrook even vol zit, ga je al spookrijdend rechts rijden. En iedereen snapt dat. Of beter gezegd hoort dat, want de claxon staan amper stil.
We hebben enkele stops onderweg, om te ontspannen en te ontlasten. Dat laatste is hier langs de weg een nieuwe uitdaging, men is hier namelijk hurktoileten gewoon.
Het landschap veranderd langzaam, maar is overwegend dor en leeg, op alle kraampjes en huisjes langs de weg na.
Het lijkt wel of India een grootte lintbebouwing is. Wat ook opvalt zijn alle baksteenovens, die zien we de gehele reis al regelmatig langskomen.
Uiteindelijk wordt te volgen weg steeds smaller en het landschap groener. We gaan een gebied in met bomen.
De weg wordt naast smaller ook steeds slechter, het getril heeft bij mij een ongunstig effect op mijn darmen.
Net op tijd komen we omstreeks 5 uur aan op onze eindbestemming van die dag, Royal Lodge, een oud koloniaal landhuis.
Heerlijk rustig na de Dehli, Agra en Varanasi. Het huis ligt prachtig tussen de mango-plantages en binnen heeft de tijd stil gestaan, een lounge met tijgerhuiden en boeken uit een ver veleden. Wij slapen in het hoofdgebouw. De kamer wordt met een degelijke schuif en hangslot afgesloten. We dineren in stijl in een zaal met kroonluchters en een grote tafel.
Na het diner zitten we gezellig als oude plantage-eigenaren op de veranda te kouten en te genieten van de avondtemperatuur.
We hebben mazzel vandaag, we vertrekken pas om 8:00 dus de wekker gaat op 7:00

Tata or not Tata

Je zou niet zeggen dat dit vakantie is. De riksja's staan weer om 5:00 te wachten.
De hoofdman van gisteren is er niet bij, hij ligt zijn roes uit te slapen volgens de andere fietsers.
Zouden we dan toch teveel betaald hebben ;>)
Kortom 4:30 heeft Karien een wake-up geregeld, beetje wassen en naar beneden.
Temperatuur is prettig en de stad nog rustig, de riksja's komen nu tot bijna de trappen bij de Ganges.
De bootlieden staan te wachten en we schepen in. Het eerste stukje wordt geroeid, een mooi overzicht van alle gath's.
Bij een van de gath's is een prominent hakenkruis geschilderd. In India is dat het symbool van het leven, ohm, als je het kruis snel rondraait krijg je het levenswiel. Helaas heeft iemand anders dit symbool voor zijn eigen agenda ingezet en is het nu beladen.
Na een tijdje geroeid te hebben gaan we over op de motor. We varen langs alle trappen en komen uiteindelijk weer bij Dolphin uit. Hier gebruiken we het ontbijt. Op de terugweg naar het hotel komen we een begrafenisstoet tegen.
Niets ingetogenheid, iederen zingt en maakt muziek. De overledene wordt door deze groep naar zijn of haar eindbestemming gebracht.
Al dat vroeg op staan eist toch zijn tol, oftewel, omstreeks 10 uur gaan we toch nog even op stok.
In de middag gaan we eerst op jacht naar wat grote pleisters, in Nederland in ieder Kruidvat te verkrijgen, hier toch een wat moeilijk artikel.
Ze zijn nodig omdat Anneke na de tempel met de hete tegels en de tocht door de zandstorm enkele grote blaren onder haar voet heeft.
In Agra hebben we 5 pleisters kunnen scoren, maar daarmee was de voorraad op, hier in Varanasi hebben we zo'n 10 specifieke winkeltjes afgelopen, maar niemand heeft iets. Medicatie is hier echt wel wat. Stel je komt in het ziekenhuis en je hebt een infuus nodig, dan wordt er verwacht dat jij of je familie dat zelf aanleveren. Zo rond de ziekenhuizen zijn dan ook erg veel winkelstalletjes met medicatie.
Na deze mislukte zoektocht nemen we de fietstaxi naar de Vishwanath tempel, een belangrijke Hindoe bedevaartplaats.
Na een kruipdoorsluipdoor tocht door steegjes en slopjes komen we bij de ingang van het tempelcomplex, zwaar bewaakt door militairen. Nadat we al onze spullen op paspoort en geld na in een kluisje hebben gestopt en beiden gefouilleerd zijn mogen we het complex binnen. Om echter bij de echte tempel te komen, moeten we ons bij het bevoegd militair gezag melden.
Onze paspoort gegevens worden nauwkeuring in een soort boek van sinterklaas overgenomen.
In de tussentijd hebben wij gezellige kout met de militairen aldaar. Men verklaart mij dat ik als niet Hindoe-man de tempel niet in mag. Ik laat daar echter mijn Tata-visite kaartje zien. Dat maakt zoveel indruk dat ik blijkbaar dispensatie krijg.
In de tempel aangekomen worden we uit voorzorg maar diverse malen beschilderd en gezegend. Na het noemen van onze vaders en moeders namen wordt er een gebed gezongen en na overhandiging van wat roepies horen we er blijkbaar helemaal bij.
De tempel zelf heeft mooi steensnijwerk. Er worden diverse situaties, belangrijk voor het Hindoe-geloof uitgebeeld.
Vergelijk het maar een heel klein beetje met de kruisstaties van de katholieken.
Daarna nog wat ronddwalen in het doolhof wan straatjes en stalletjes.
Rond vijfen weer in het hotel, wat lezen, dit verhaal verzinnen en eten.
Morgen hebben we een lange verplaasting naar Shivpatinagar, een klein plaatsje in de buurt van de grens met Nepal.
Overmorgen gaan we India verlaten
Maar voor het zover is zullen we nog wel zo'n 11 uur in de bus zitten met slechte wegen.
U hoort hier de volgend keer over nu eerst maar weer een nacht maken, de wekker staat op 4:30
Internet in dit hotel is erg brak, wel WiFi maar geen Internet, kortom u blijft even verstoken van informatie.